Waarschijnlijk heb je de laatste tijd wel wat eitjes voorbij zien komen. Al maanden liggen de supers er vol mee en kan je niet om de mega-displays heen. En dan heb ik het niet over de versie die afkomstig is van een kip natuurlijk. Chocolade-eitjes horen bij Pasen als oliebollen bij oud en nieuw en tulpen bij het voorjaar.
Bij een uitgebalanceerd menu horen ook eieren. De kippen-versie welteverstaan. Of eigenlijk… eiwitten. En die zitten in veel meer producten dan alleen in een ei. Vlees, (vette) vis en zuivel zitten vol met dierlijke eiwitten. Plataardige eiwitten zitten in bijvoorbeeld noten, brood, graanproducten, quinoa, pitten, zaden, paddenstoelen en peulvruchten (zoals linzen en erwten). Maar waarom zijn die eiwitten nou zo belangrijk?
Eiwitten bestaan uit aminozuren die het lichaam opbouwen en herstellen. Weefsels in het lichaam zijn opgebouwd uit cellen. Alle cellen bevatten eiwit, denk aan de cellen in spieren, organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ook ons immuunsysteem draait op eiwitten voor het maken van afweerstoffen. De aminozuren die het lichaam niet zelf kan aanmaken moeten uit voeding komen. Volwassenen hebben zo’n 0,8 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig. In eiwit zitten namelijk de aminozuren waar het lichaam niet zonder kan. Zo zijn de aminozuren nodig voor de opbouw van cellen en voor allerlei regelprocessen in het lichaam. Verder helpt een eetpatroon met relatief veel eiwit om op gewicht te blijven. Dat komt doordat eiwit goed verzadigt en belangrijk is om het spierweefsel in stand te houden. En spieren zijn de belangrijkste verbrandingsmotor van ons lichaam.
Dus nu Pasen voorbij is en het voorjaar aanbreekt is het verstandig om de Paaseitjes te laten voor wat ze zijn. Bij de juiste eiwitten gaat het immers niet over eitjes van witte chocolade. Kies voor de juiste hoeveelheid eiwitten voor een gezond lichaam. Daar profiteer je nu én later van.
Martijn van der Pijl
SlimBezig Veldhoven